Waar zoet en zout elkaar ontmoetten
Vlakbij de plek waar de rivier de Amstel in het IJ stroomde, werd rond 1270 een dam aangelegd.
Het water ten noorden van die dam kreeg de naam Dam-Rak. Een rak is een breed stuk water zonder bochten. Het water aan de zuidkant van de dam noemden ze "Rak-In" — een oud-Hollandse term voor binnenwater. Dit heet nu nog Rokin. Deze dam was niet alleen het begin van de stad Amsterdam, maar ook een belangrijk punt voor het watersysteem. Het IJ was zoutig (brak) en vervuild, terwijl de Amstel redelijk schoon was en zoet water aanvoerde. De dam was dus niet alleen een verbinding over het water, maar ook een scheiding tussen twee soorten water. Dit had een enorme invloed op hoe de stad zich ontwikkelde en hoe de Amsterdammers aan hun drinkwater kwamen.