De brouwerijboulevard van Amsterdam
In de 16e en 17e eeuw was bier een van de belangrijkste producten in Amsterdam. Omdat het vervuilde en brakke grachtenwater zo vies was, was bier een veiligere keuze om te drinken.
Amsterdammers dronken het dan ook massaal. Dit was trouwens niet het bier dat we nu kennen, maar een slap aftreksel, het zogenaamde scharrebier. Hier aan deze gracht, zaten in die tijd talloze brouwerijen met namen als De Ster, De Eekhoorn, De Rode Haan en het Klaverblad. Vandaar ook de naam: Brouwersgracht! De gracht was een ideale plek voor de aanvoer van graan, hop en turf. En later ook van water uit de Vecht. Voor het maken van goed en smakelijk bier hadden de brouwers schoon water nodig. Het vieze grachtwater was daarvoor absoluut niet geschikt. Daarom haalden ze hun water bij speciale waterverkopers. De brouwers lieten het water per schip aanvoeren vanuit schonere gebieden, zoals de Haarlemmermeer en de Vecht. Dit water was niet alleen onmisbaar voor het brouwen van bier, maar werd ook verkocht aan de Amsterdammers. Zo hadden de bierbrouwers een heel belangrijke rol in de zorg voor schoon drinkwater in de stad.